Jena
Amst: 12 Aug. 1796.
WelEdHeer.
Bijde Uw Brieven van den 11. & 28. July heb Ik wel ontfangen, en Bij de Laadste verneem ik, UEd tracttes op de Heeren Muilman & Soonen, Bijde Uijt Jena Getrokken den 25 July, op Zigt, aan de order van de Heeren C. E. Wiedemann & Sohn
Als eene voor f 500:‒ Zijnde In vermindering der Schuld van f 2500 UEd van mij komende, Blijvende f 2000.‒, die dus nog Groot, en het Geen ik niet Twijfel of UEd. Zal Zulx op de origineele Promesse hebben afgeschreeven.
. 100: ‒:‒ voor & pl. Intres over 12 Maanden van voorzyde Somma van f 2500:‒
Welke Byde tracttes Zyn vertoond, en Terstond door de Heeren Muilman & Soonen ook zijn Betaald. [2] Deeze zaak is dus hier, Zo meede in order Gebracht, en ik Herhaal, dat wanneer UEd eenige Penningen nodig heeft, op de Tweeduijzend Guldens Courant Geld die ik UEd Schuldig Blijf; UEd daar over op Gelijke Wijze kont disponeeren, Met alvorens daar van kennis te Geeven
Ik Bedank voor de Gegeevene Communicatie Omtrent derZelve Huwelik, of Echtverbintenis; Met de dogter des Zo Zeer Geleerd en Bekende Gxxxxxxx Proffr Michaelis, Het waare deel dat ik neem in desZelvs Geluk, en Bevordering van Staat, doet Mij In deeze een waar vergenoegen; Van Harten wenschende, ’s Heemels dierbare Zeegeningen UEd. Mogen achtervolgen, en dat vergenoegen, Heijl & Welvaard daar meede mogen gepaard Gaen; de Achting die ik Uw toedraag, en de erkentenis die ik Schuldig Ben, voor de Zorg aan myn Zoon Betoond; Zal mij altoos doen deelen in ’t Geen UwEd, [3] kan wedervaaren, Hoe zeer onbekend bij Uw Huysvrouw, verzoek ik HaerEd van myn achting, „en die van de Myne” te verzeekeren, Willem chargeerd mij de Inleggende Uw te doen Geworden, Hy Zal Zig Zeekerlik Zelvs kwyten van Zyn plicht Uw te filiciteeren. Hy is thans in de Vacanties, echter werd de Tijd „zo mij voorkomt”, vrij wel besteed. Deeze Winter blijft hij nog de Collegie’s by de Heer Cras aanhouden, wat het volgende Jaar Zal opleeveren, moet de Tyd Leeren, daer wy thans van den eenen dag op den andere Niet konnen zeggen Wat wij Zyn, of wat te doen Staet, Een Ieder Star-oogd op een algemeene vreede, Mogt den Hemel die aan ons, aan ’t Gansche Menschdom verLeenen, Zyn mijn voorbiddinge en Wenschen; Altoos eeven bedaard, en [4] onderwerpende aan de Schikkinge der voorziendigheyd (daar ik niet genoeg dank voor kan zeggen) Zal ik Gerust afwagten wat Mij, en aanhoorige is Beschooren; en Mij Gelukkig achten ik Boven Veele andere ben gezeegend; Hoe zeer echter Beklagende, ik aan Veelen die ondersteuning moet Wygeren, die ik voormaals met Veel Gemak, en met een Gul Hart, hun konden Toevoegen.
My kindere & kleynkindere Zyn alle Welvarende, Rendorp heeft een klyn buyten verblyf te Vreeland, dat hem thans Genoeglik en Wel komt, [daer] hij van Zyn ambt is verstooken, Zig Bezwaard vindende Een eed te doen, die hem Wierd voorgelegt. Een Braaf Man voldoet zyn Geweeten, En Leeft bekrompen Maar Gerust.
Ik Beveel mij in Uw Vriendschap en Betuyg te Zyn Uw Dienaer & Vriend H. Muilman